Strafschoppen: De vraag van Alex Pastoor (Sparta) aan Professor Penalty

Alex PastoorVorige week verscheen op de website SportknowhowXL in de rubriek de vraag aan een vraag van… Alex Pastoor, trainer van Sparta, voorheen trainer van Excelsior, NEC en AZ  aan... yours truly... Gyuri Vergouw, organisatieadviseur en auteur van sport-/managementboeken, waaronder ‘De Strafschop'.

Ik wil dit mijn eigen lezers niet onthouden, bijgaand dus:

Alex Pastoor: De vraag
Jouw bijnaam is ‘Professor Penalty'. Vind jij het ook raar dat veel mensen het nemen van penalty’s niet trainbaar vinden? Is er verschil tussen een penalty nemen in de wedstrijd zelf of het nemen van penalty’s in een beslissende reeks na de wedstrijd? Tot slot, kun je aangeven wat verschillen zijn tussen het nemen van penalty's bij voetbal en het nemen van penalty’s/strafballen in andere takken van sport? Klik door voor het antwoord: Het antwoord
Gyuri Vergouw: Het is inderdaad vreemd dat er nog steeds zoveel weerstand is tegen het trainen op strafschoppen. Om de vraag in het juiste perspectief te kunnen plaatsen moet ik zestien jaar terug in de tijd. In 2000 verscheen mijn boek ‘De strafschop, zoektocht naar de ultieme penalty’. Met dit boek heb ik een antwoord willen geven op de vraag die veel voetbal- en sportliefhebbers toen, en nu, bezighoudt: kan je nu wel of niet trainen op strafschoppen? En zo ja, hoe dan?
"Tot mijn grote verrassing verklaarde bijna iedereen mij voor gek. Waarom zou een serieus consultant de strafschop willen onderzoeken?"

Ik ging op zoektocht uit. Ik sprak met oud-topspelers en trainers als Jan Mulder, Hans van Breukelen en Jan Reker. Tevens zocht ik in alle uithoeken van de wereld naar relevante studies over het onderwerp. Ik bestudeerde duizenden penalty’s en beschikte over statistieken en analyses van wetenschappers en journalisten, big data avant la lettre.

Er bleek veel meer kennis aanwezig te zijn dan ik vermoedde. Waar ik eerst dacht aan een artikel besloot ik nu tot het schrijven en uitgeven van een boek. Tot mijn grote verrassing verklaarde bijna iedereen mij voor gek. Waarom zou een serieus consultant dit willen onderzoeken? We weten toch al dat je op strafschoppen niet kan trainen? Als ik vroeg naar het waarom verwees men naar uitspraken als ‘de stress valt niet te trainen’ en ‘het is een loterij’. Waarom Duitsers, Tsjechen en Argentijnen veel minder strafschoppen missen dan Nederlanders en Engelsen kon en kan men niet verklaren: ‘we’ kunnen het nu eenmaal niet’.

Géén loterij
Alle onderzoeken, interviews en statistieken wijzen echter maar één richting op: de strafschop is goed te trainen, zowel voor spelers als keepers, en teams dit het fenomeen serieus nemen kunnen hier veel voordeel aan hebben. Natuurlijk, ook het best getrainde team zal wel eens een keertje missen, maar wel veel minder vaak dan teams die strafschopseries afdoen als ‘loterij’.

Ik kende de voetbalwereld in 2000 nog niet goed, maar ik meende vooraf dat men heel erg blij zou zijn met de uitkomsten van het onderzoek. Ik presenteerde het boek in het Olympisch Stadion en gaf het eerste exemplaar aan de huidige bondscoach Danny Blind, die het allemaal ‘heel interessant vond’, maar ook zei: ‘ik ga er niets mee doen’. Dat was de eerste confrontatie met een afwijzing van mijn onderzoek. Er zouden nog vele volgen.

Geen reactie van bondscoaches
Ik heb alle bondscoaches sinds 1998 het boek toegestuurd. Nooit enige reactie gekregen. Ik begreep eerst niet waarom. Waarom zou je een praktijkstudie die je kan helpen - alle informatie komt tenslotte voort uit voetballers zelf of uit analyses van door hen genomen strafschoppen - niet serieus nemen? Zeker gezien het feit dat het buitenland juist erg veel interesse in mijn boek toonde.

In media-optredens voorspelde ik, vóóraf en tegen de algemeen geldende gedachte in, dat Oranje een strafschoppenserie tijdens het EK 2000 niet zou overleven en dat Frank de Boer en Patrick Kluivert juist niet de strafschoppen moesten nemen. Ook stelde ik voor om keeper Van der Sar, die toen op meer dan dertig strafschoppen tegen er pas eentje had gestopt, vlak voor tijd te wisselen door een andere keeper. De voetbalwereld viel over mij heen: ‘de stress is niet te trainen’, ‘dat doe je een topkeeper niet aan’ en als uitsmijter vaak ‘die man is geen profvoetballer geweest, dus wat weet hij er nou van’. De weerstand, een bekend fenomeen in mijn normale dagelijkse activiteit als consultant, was heel sterk. Wat is daarvan de reden?

Bevestigend vooroordeel
De oorzaak ligt in wat men ‘confirmation bias’ of ‘bevestigend vooroordeel’ noemt. Vooral in zaken die mensen erg aan het hart gaan - zoals geloof, politiek en sport - is dit vooroordeel heel sterk. Als mensen ergens in geloven dan zal alle informatie die daar tegenin gaat worden afgedaan als onzin, belachelijk of fout. Vaak en zelfs bijna altijd zonder dat men kennis heeft genomen van de betreffende informatie. Men wil alleen nog horen, zien en lezen wat de eigen mening staaft. Daarnaast speelt wat we in de consultancy wel het ‘not invented here'-syndroom noemen. We - in dit geval profvoetballers - hebben het niet zelf bedacht, dus is het per definitie fout.

Het is lastig dergelijke vooroordelen te ontkrachten. Ik vergelijk met het wel eens met de eerste wetenschappers die stelden dat de aarde rond was en om de zon draaide. Voor dergelijke gedachten zijn in de middeleeuwen velen op de brandstapel beland. Dat had ik overigens persoonlijk voor de discussie hier niet over gehad!
Foppe de Haan leverde de perfecte strafschopnemer Ruud van Nistelrooij af

Om het vooroordeel te doorbreken zijn mensen uit de voetballerij nodig die laten zien dat je wel degelijk op penalty’s kan tranen en hier ook succes mee behalen. Foppe de Haan is zo’n voorbeeld. Hij leverde de perfecte strafschop-nemer Ruud van Nistelrooij af, die pas weer ging missen toen hij onder de vleugels van De Haan was vertrokken. Na elke training mocht Van Nistelrooij één strafschop nemen, die er dan wel in moest. En De Haan won het EK met Jong Oranje na een bloedstollende penaltyserie. Het kan dus wel.

Het feit dat de zojuist met Sparta naar de eredivisie gepromoveerde trainer Alex Pastoor mij nu deze vraag stelt, beschouw ik als een doorbraak in het starre denken dat ik tot op heden vanuit de beroepsgroepen van voetbaltrainers,–spelers, -analisten en de KNVB ben tegengekomen.

In de wedstrijd vs. beslissende reeks
De tweede vraag - 'is er verschil tussen een penalty nemen in de wedstrijd zelf of het nemen van penalty’s in een beslissende reeks na de wedstrijd?' - zou eveneens een flink verhaal kunnen opleveren, maar ik beperk mij tot de essentie. Er is een duidelijk verschil tussen. In de wedstrijd heeft een overtreding plaatsgevonden die tot de strafschop aanleiding geeft. Er is maar één kans, maar die hoeft niet beslissend te zijn. En er is vaak nog genoeg tijd om de achterstand om te buigen.

Er is ook naar de strafschop in normale speeltijd veel onderzoek gedaan, bijvoorbeeld of een speler op wie de overtreding is begaan zelf de strafschop moet nemen. Antwoord? Het maakt niet uit, wat wel verschil maakt is de ervaring van de betreffende speler. De meer ervaren spelers scoren in deze situatie vaker dan jonge spelers. De reden waarom juist de strafschopserie in mijn werk zo veel aandacht krijgt: omdat een dergelijke serie per definitie bepalend is voor de einduitslag, er meerdere spelers aan deelnemen en de omstandigheden voor beide partijen vrijwel gelijk zijn.

De meest gestelde vraag tijdens mijn presentaties geldt echter altijd de stress. Die kan je volgens velen niet trainen. Het is dan toch wel vreemd dat de gevoelde stress blijkbaar voor Nederlandse en Engelse profspelers zoveel groter is dan bijvoorbeeld voor onze buren, de Duitsers. Of zou het missen juist liggen aan het feit dat zowel wij als de Engelsen strafschoppenseries als een loterij beschouwen en het niet nodig vinden hier op te trainen? Zijn spelers die onvoorbereid naar de stip lopen niet juist stressgevoeliger dan spelers die weten wat ze dan moeten doen? De vraag stellen is deze beantwoorden.

Tekortkomingen kennen
De kunst van stress is dat je niet teveel er van moet hebben (‘hij stond stijf van de stress’, denk aan De Boer, Davids, Silooy) maar ook niet te weinig (‘ik knal ‘m er wel eventjes in’, denk aan Kluivert en Seedorf). Het gaat erom het midden van de gevoelde stress te vinden en spelers die daarbij de eigen kwaliteiten goed weten in te schatten, denk aan Kuyt, Van Nistelrooij en nu Vincent Janssen. Zij beseffen hun tekortkomingen, weten wat ze moeten doen en zorgen ervoor dat ze ‘gemiddeld’ stress hebben. Ze scoren dus ook beter. Ook weer een criterium waarop je kan selecteren wanneer het er op aan komt.

Kijkend naar andere sporten, dan zie je dat er vaak meewarig naar het voetbal wordt gekeken als een braakliggend terrein op het gebied van het gebruik van wetenschappelijke kennis. Als ik hockeyers over de weerstand tegen trainen op strafschoppen vertel krijg ik vaak urenlang te horen dat men bijna dagelijks op strafballen en strafcorners oefent. Vergelijkbare verhalen bij honkballers (denk aan de rol van Robert Eenhoorn bij AZ), ijshockeyers, volleyballers, tennissers et cetera.

Oefenen op de opslag, de aangooi, de strafpush, het zijn succes-factoren om in deze sporten te scoren. Ik erken dat bij deze sporten het belang van de oefening op deze standaardsituatie, denk aan de opslag in het tennis, groter is dan in het voetbal. Ook in het hockey zie je dat de invloed van het voetbal, ‘je kan er niet op trainen’, inmiddels voelbaar is. Geen wonder dat Nederlandse hockeyteams inmiddels slecht presteren op dit onderdeel. Nota bene, de keeperswissel die ik al in 2000 voorstelde (zie de link onderaan voor een interview met mij in Barend & Van Dorp) had ik ontleend aan het ijshockey, waar dergelijke wissels vaker voorkomen.

Geen uitvluchten meer
Voor mij staat buiten kijf dat je om titels te winnen tegenwoordig goed moet zijn in strafschoppen. Zowel in de normale tijd (denk aan doelsaldo PSV) als in de extra tijd. Vooral bij grote toernooien - zoals de Champions League, het EK en het WK - zal ongeveer één op de vier wedstrijden in de knockoutfase beslist worden door strafschoppen. Wie wil winnen, moet er dus aandacht aan besteden, of je nu wilt of niet. Een uitvlucht om je eigen falen te verhullen als ‘het is een loterij’ kan echt niet meer. Werk je echter aan de techniek, de aanloop, de houding, de richting van het schot en aan de focus en de stress, dan is succes wel degelijk mogelijk, zelfs voor Oranje en de Engelsen. Dat noem ik een professionele aanpak.

De strafschop, zo makkelijk nog niet. Die mag je niet aan het toeval overlaten!

Gyuri Vergouw

Noot
Zie Barend & Van Dorp vanaf minuut 28.55.

Mijn boeken zijn verkrijgbaar via Managementboek en Boom Uitgevers.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Ernst Paul Faber
Naar aanleiding van de strafschoppenreeksen uit het lopende EK las ik kortgeleden het volgende voorstel (de naam van de bedenker ben ik even kwijt) gedaan: Kies er voor om na de reguliere wedstrijd de penalty's te nemen. De winnaar daarvan gaat door als het na het spelen van de verlenging nog altijd gelijk staat. Dat zou 2 voordelen hebben;

1. de verlenging wordt interessant omdat de verliezende partij nog iets heeft om voor te strijden
2. het loterij effect van de strafschoppen na verlenging is minder.

Dat lijkt in ieder geval goed voor het verlagen van de stress (immers, een verloren strafschoppenreeks kan nog ongedaan gemaakt worden) bij de nemers.
Zou dat dan echter als nadeel kunnen hebben dat de reeks langer duurt voor er een winnaar is?
En blijft het niet de uitdaging (en onderdeel van de sport) om in allerlei situaties en dus ook onder stress een prestatie te leveren?
Gert Teusink
Lid sinds 2008
Beste Ernst Paul, zeker een leuk idee, al lijkt mij gewoon direct strafschoppen nemen na een reguliere wedstrijd eigenlijk de beste oplossing, ook omdat in mijn ogen dus helemaal geen sprake is van een loterij bij een strafschopserie. Behalve in het geval dat beide teams slecht voorbereid eraan beginnen, dan is het wel een loterij (denk aan Duitsland-Italie). maar als een van beide teams weet wat het moet doen, er op heeft geoefend en de ander niet, dan wint het eerste team in 90% van de gevallen. Als beide teams er op hebben getraind, wint het team dat er het beste in is, ook dat is geen loterij, dat noem ik topsport.