Het George Clooney-effect (deel 2)

Het dodo effect Over gedragsverandering in organisaties

In het eerste deel van dit drieluik ben ik ingegaan op de impact van uiterlijkheden op ons oordeel over sprekers, adviseurs en politici. Het lijkt erop dat wij er, bewust of onbewust, nog dagelijks intrappen. Heb jij bijvoorbeeld onlangs nog eens goed gekeken naar het gezicht van je leidinggevende? Nee? Dat wordt dan hoog tijd, want de analyse van het gezicht van de baas blijkt een goede voorspelling te geven van de resultaten van de organisatie. The Economist publiceerde hierover ‘Face Value, what the boss looks like determines how he performs’ (2008). Het zakenblad schenkt aandacht aan het opzienbarende onderzoek van de Amerikaanse Tufts University. Hier ontdekte men dat waarnemers die een filmpje van twee seconden over professoren bekeken, goed in staat bleken de performance van deze hoogleraren te beoordelen. De uitkomsten kwamen uitstekend overeen met de eindresultaten van en de beoordelingen over deze professoren na een semester.
In een vervolgonderzoek is men nog een stap verder gegaan. Is de performance van een CEO vast te stellen op basis van één foto? Daarvoor lieten de beide wetenschappers honderd studenten foto’s zien van CEO’s van de 25 best en de 25 slechtst presterende bedrijven uit de Fortune 1.000, de lijst met grootste Amerikaanse bedrijven. De helft van de studenten werd op basis van de foto’s gevraagd hoe goed men dacht dat de betrokken CEO leiding gaf; de andere helft van de studenten moest de personen beoordelen op vijf persoonlijkheidskenmerken: competentie, dominantie, aardigheid, volwassenheid van het gezicht en betrouwbaarheid. Alle foto’s waren van blanke mannen, er is in Amerika nog duidelijk sprake van een glazen- en rassenplafond. (NB Er zijn meer CEO’s in de Fortune-lijst met de voornaam John dan dat er vrouwelijke CEO’s in terug te vinden zijn!) Dit zorgde er wel automatisch voor dat verschillen op basis van ras of sekse waren uitgesloten.

De resultaten van het onderzoek waren opzienbarend. De studenten gaven zeer accurate beoordelingen. Zowel het leiderschapspotentieel van de CEO’s als de onderzochte persoonseigenschappen waren significant gerelateerd aan de winsten van de ondernemingen. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben. Zijn instant assessments door relatieve onwetenden (niemand herkende bijvoorbeeld de wereldberoemde belegger en een van de rijkste mensen op aarde Warren Buffett) nauwkeuriger dan assessments door professionals?

Eigenlijk best eng, al deze onderzoeken. We kennen tenslotte de invloed van dergelijk onderzoek in de periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. De Italiaanse criminoloog Cesare Lombroso stelde al eind negentiende eeuw dat er zoiets bestond als een geboren crimineel, wat kon worden vastgesteld aan de hand van lichamelijke kenmerken. Denk daarbij aan doorlopende wenkbrauwen, diepliggende ogen of een haviksneus. Je zal er maar mee hebben rondgelopen in die tijd. Lombroso wordt nog steeds gezien als die ‘enge wetenschapper van de schedelmetingen’ en zijn gedachtegoed is met name door Nazi-Duitsland misbruikt. En toch, bezien wij de wereld nu echt zo anders dan toen? Of kijken we onbewust wel degelijk naar gezichtseigenschappen die ons iets kunnen vertellen over de betrouwbaarheid of kwaliteit van de persoon die wij waarnemen?

Als we de onderzoeken overzien, zijn we op het gebied van selectie van talent en het inschatten van vaardigheden en persoonlijke eigenschappen niet veel verder gekomen dan de oertijd, toen ‘medewerkers’ geselecteerd werden op basis van hun fysieke kracht om te vechten of piramides te bouwen. We willen medewerkers beoordelen op ‘kwaliteit’, maar eigenlijk bepalen we nog steeds op basis van uiterlijkheden en persoonlijke voorkeuren wie we wel en niet leuk of geschikt vinden.

Consequenties
Hoe ver kan en mag je gaan in het beoordelen van mensen op basis van hun uiterlijk? Daar zijn grote risico’s aan verbonden. Ik verwijs in dit kader naar de uitwassen en het misbruik van derge¬lijk onderzoek in het verleden, bijvoorbeeld van het werk van Lombroso. We selecteren blijkbaar nog steeds niet op basis van de aanwezige kwaliteiten, want ons oordeel wordt sterk vertroebeld door de vraag of wij een persoon aantrekkelijk, lang of fysiek krachtig vin¬den. Moeten we dit niet een halt toeroepen? Je moet er toch niet aan denken dat mensen plastische chirurgie op hun gezicht toepassen om ‘geloofwaardiger’ over te komen.

We beoordelen onbewust mensen dus meer op hun uiterlijk dan op hun merites. Het is niet voor niets dat politici veel aandacht besteden aan hun uiterlijk. Zo mag de kleding niet te veel opvallen, maar er mag ook niets op aan te merken zijn. Een verandering van kapsel, een te opvallende stropdas, een pluizige trui – men raakt er niet over uitgepraat. Maar wat is ook al weer de politieke stellingname van deze politicus? Het gaat veel minder om de inhoud dan wij wellicht denken en hopen.

In een derde deel zal ik een wel heel erg mooi illustratief voorbeeld geven van hoe menen naar politici kijken op basis van een televisiedebat. Waar kijkt men eigenlijk naar?

 

Het dodo effect Over gedragsverandering in organisaties

Dit is het tweede deel van een drieluik over het George Clooney-effect, ontleend aan mijn boek 'Het dodo-effect, over gedragsverandering in organisaties'. De serie is een ingekorte versie van een hoofdstuk uit het boek ‘Het dodo-effect, over gedragsverandering in organisaties’. Bestelinformatie: isbn 97890244038514 | 184 pagina’s | paperback en gratis-e-book| € 20,00. Verkrijgbaar bij de betere boekhandels en onder meer online via de bekende leveranciers alsmede via Boekhandel Jimmink online, binnen 24 uur geleverd en tevens gesigneerd te vinden in de winkel.

 

 

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>