Over roofridders en frontsoldaten

Het dodo effect
Over gedragsverandering in organisaties

De financiële crisis van 2008 heeft een stevige discussie aangezwengeld die tot op de dag van vandaag in alle hevigheid voortduurt en waarvan de essentie kan worden teruggebracht tot één woord: geld. Peter Drucker stelde al in 1997 dat ‘er bij een volgende economische recessie een eruptie aan bitterheid en minachting zal zijn voor de corporate opperhoofden die zichzelf met miljoenen hebben verrijkt’. Hij kreeg tien jaar later gelijk. Inmiddels worden exorbitante beloningen en de bonuscultuur vereenzelvigd met zelfverrijking en graaigedrag. De onderliggende vraag hierbij is: ‘Waarom verdienen sommige managers zoveel geld zonder zelf ook maar enig risico te lopen, terwijl professionals die dagelijks in de frontlijn strijden vaak schrikbarend lage salarissen verdienen?

Voor veel Nederlanders blijft het onbegrijpelijk dat de bonuscultuur in de financiële sector een onuitroeibaar fenomeen blijkt te zijn, terwijl de banken en verzekeraars met steun van diezelfde Nederlanders overeind gehouden moesten worden. De managers konden daarbij ‘ondernemen’ zonder zelf risico te lopen. Integendeel, het risico werd gelopen door klanten, aandeelhouders en belastingbetalers. Tegelijkertijd worden verplegers, politieagenten, vuilnismannen, conducteurs, onderwijzers en leraren financieel kort gehouden. Het lijkt een onmogelijk uit te leggen situatie die tot maatschappelijke onrust leidt en binnen en buiten organisaties tot scheve ogen aanleiding geeft.

Het taalgebruik is daarbij de laatste jaren danig verhard. Bankiers en verzekeraars hebben nog steeds niet hun plaats als gerespecteerde en eminente leden van de samenleving kunnen hernemen. Ooit waren zij per definitie de waardige voorzitters van Rotary ‘s en zakenclubjes, nu zijn zij voor een groot deel van de bevolking verworden tot graaiers of zelfs roofridders. De perceptie van een groot deel van de bevolking is nog steeds dat het er aan de buitenkant misschien netjes uitziet, maar zijn ze eenmaal in de gelegenheid dan graaien ze alles voor eigen winst weg. Aan de andere kant van het spectrum is er veel respect en dankbaarheid voor datgene wat frontsoldaten als verplegers, dienders en onderwijzers voor de samenleving betekenen. Ervoor betalen willen we blijkbaar niet.

Juist omdat het onderbuikgevoel bij dergelijke discussies vaak overheerst blijkt het een lastig onderwerp te zijn. We kunnen wel onderzoeken wat volgens de goegemeente een redelijk inkomen is voor een topmanager en wat redelijk is voor ongeschoolde arbeid. We kunnen dit tegelijkertijd koppelen aan de werkelijke cijfers. Dergelijke onderzoeken laten enig licht schijnen over onderwerpen als inkomensongelijkheid en de redelijkheid van topinkomens.

Wereldwijd vinden mensen dat topmanagers ongeveer vier a vijf keer zoveel zou mogen verdienen als ongeschoolde werknemers. Er bestaan wel grote verschillen tussen diverse landen. Zo vinden Denen dat een topmanager maximaal tweemaal zoveel mag verdienen, Amerikanen komen uit op 6,7 maal zoveel . Daarbij moet gezegd worden dat bijna iedereen denkt dat het werkelijke inkomensverschil groter is, namelijk ongeveer tien maal zoveel. Wat zijn de echte cijfers? Dat is een ander verhaal. De Deense topmanagers verdienen 48 maal zoveel als ongeschoolde medewerkers, de Amerikaanse zelfs 354 maal zoveel. Kortom, we denken dat wel meevalt maar blijkbaar is ons zicht op wat topmanagers verdienen vertroebeld door onze verwachtingen. Of misschien interesseert het ons toch minder dan verwacht. We klagen erover, maar juist door het onvermijdelijke ervan en de enorme verschillen achten we concrete actie bij voorbaat kansloos.

Vergelijkbare cijfers zijn te vinden als we het over de inkomensongelijkheid hebben. Hier zijn de verschillen tussen wat mensen denken en de realiteit wederom groot. Zo blijkt uit onderzoek van Dan Ariely dat Amerikanen denken dat de bovenste 20% van de Amerikanen 59% van de rijkdom bezit en de onderste 20% ongeveer 9%. In werkelijkheid liggen de cijfers een stuk verder uit elkaar. De bovenste 20% van de Amerikanen bezit 84% van de welvaart, de onderste 20% slechts 0,3%. Gevraagd naar de ideale verdeling komen de Amerikanen, waarbij het opvallend is dat er geen onderscheid is tussen Democraten en Republikeinen, tot de volgende verdeling: de bovenste 20% mag 32% van de welvaart hebben, de onderste 20% 11%.

Of de bonuscultuur en de hoge salarissen leiden tot betere prestaties, daarover is iedereen het eens, dat is niet het geval. Bonussen leiden tot het nemen van onverantwoorde risico’s, fraude en corruptie. Geen enkele sector blijkt van dergelijk onethisch gedrag gevrijwaard te zijn. Zo nam juli 2015 de hele top van het Japanse bedrijf Toshiba ontslag toen bleek dat de cijfers jarenlang te florissant waren voorgesteld. Binnen de organisatie heerste een cultuur waarbij tegenspraak niet werd geduld, alles en alleen om de gewenste bonussen binnen te slepen.

Het kan ook anders, zoals het volgende verhaal ons leert:

Een Amerikaanse communist
Dan Price, topman van het Amerikaanse bedrijf Gravity, had gelezen dat medewerkers gelukkiger zijn als ze $ 70.000 per jaar verdienen. Het bedrag geldt als omslagpunt waarbij meer geld weinig meer uitmaakt voor verhoging van de betrokkenheid en bevlogenheid van medewerkers. Verdienen medewerkers minder, dan is het inkomen nog een punt van zorg. En dus besloot hij zijn eigen inkomen van $ 1 miljoen per jaar terug te brengen tot $ 70.000 en alle medewerkers ditzelfde salaris te bieden. Voor 70 van zijn 120 werknemers betekent dat een loonsverhoging, voor 30 is het zelfs een verdubbeling. In de New York Times noemt Price de verdiensten van topmensen in de VS, die gemiddeld bijna 350 maal het gemiddeld salaris verdienen, ‘absurd’.

Ontleend aan: De Volkskrant, 15 april 2015.

Waarom accepteren al die frontsoldaten zonder al te veel morren hun karige salaris?

Hierover meer in deel 2 van deze korte serie, gebaseerd op mijn boek 'Het dodo-effect', over gedragsverandering in organisaties'. Meer info over dit boek kan je hier vinden:

Het dodo effect
Over gedragsverandering in organisaties

Bestelinformatie: isbn 97890244038514 | 184 pagina’s | paperback en gratis-e-book| € 20,00. Verkrijgbaar via Managementboek.nl, Businezz.nl (nog steeds top 20!), Het Martyrium Amsterdam, Van Stockum Den Haag en te bestellen in alle boekhandels in Nederland.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>