Authenticiteit en leiderschap: spagaat en tweespalt
Zorg vooral dat je niet boven het maaiveld uitkomt. Hoe Nederlands wil je het hebben?
Mijn vorige bijdrage over authenticiteit heeft verrassend genoeg veel losgemaakt. Het artikel is veel gedeeld door lezers via Twitter, Facebook en vooral via Linkedin, wat in mijn ogen niets anders kan betekenen dan dat een (gevoelige) snaar is geraakt. De boodschap van het artikel is gericht geweest op de mogelijke (negatieve) neveneffecten van authentiek gedrag en leiderschap. Het uitgangspunt dat authenticiteit belangrijk is voor organisaties onderschrijf ik, evenals het feit dat als dit wordt ‘weggesaneerd’ het slecht is voor diezelfde organisaties (en betrokken mensen). Groepsgedrag leidt zelden tot de beste resultaten, zoals de Abilene paradox aantoont. Maar zijn (top)managers wel in staat om authenticiteit te waarderen, te koesteren en ten positieve te gebruiken? En moet de nadruk van de trainingen, opleidingen en adviezen niet bij hen liggen in plaats van bij de medewerkers? Bij het zorg dragen dat authenticiteit daadwerkelijk wordt gewaardeerd?